Vinho Verde

Vinho Verde komt uit de Minho-streek ten noorden van Porto. Er worden zowel witte-, rode- als roséwijnen geproduceerd, maar vooral de witte wijnen zijn populair in Porto en hebben ook internationaal aanzien.
De naam (groene wijn) heeft deze wijn te danken aan het groene landschap van de streek (vanwege de vele regen), maar ook omdat de wijn heel jong wordt gebotteld. Vroeger liet de wijnboer de druiven tegen het rotten aan granieten palen, bomen of hoge pergola’s groeien. De druiven werden met behulp van lange ladders geoogst. Tegenwoordig hangen de druiven nog steeds aan pergola’s, maar wel op een hoogte van zo’n anderhalve meter.

Vinho Verde DOC is opgedeeld in 9 subregio’s en mag van meerdere druivensoorten worden gemaakt, zoals Loureiro, Arinto, Alvarinho en Azal. Hierdoor zijn er verschillende stijlen wijn. De subregio en druivensoort wordt meestal op het etiket vermeld.
Vinho Verde is een jonge, frisse wijn met een hoge zuurgraad, een lichte koolzuurprikkeling en een laag alcoholgehalte. De wijn past daardoor perfect bij schaal- en schelpdieren en gebakken vis.

Speciale aandacht voor de populaire Vinho Verde gemaakt van de Alvarinho druif. Deze wijn -het paradepaardje onder de Vinho Verde- is complexer en fruitiger, heeft een hoger alcoholpercentage en een duidelijke abrikoossmaak.
De Alvarinho is ook een belangrijke druif in het iets noordelijker gelegen Spaanse Galicië, waar hij onder de naam Albariño de wereld verovert.

Port

Port is er in verschillende soorten. De bekendste zijn de rode, maar er is ook witte port en sinds kort zelfs rosé.

De Engelsen hebben port groot gemaakt. Zoete, met wijnalcohol versterkte wijnen zoals Malmsey en later Madeira waren al heel lang populair in Engeland omdat ze minder snel verzuurden en daarom langer houdbaar waren.
Port hebben de Engelsen pas eind 17e eeuw ontdekt. Door hun groeiende macht en invloed in Portugal konden ze – met door henzelf opgerichte porthuizen – nu ook de productie en aanvoer controleren.
Lagere importbelasting voor port dan voor andere Europese wijnen (door een handelsverdrag met Portugal, 1703) en beperkt aanbod van Franse- en Spaanse wijnen – door de Spaanse successieoorlog, waarbij Frankrijk en Engeland tegenover elkaar stonden – maakten het succes compleet.
Ook nu nog domineren de Engelse porthuizen de markt, maar lokale merken zijn ook erg in trek.

Rode port kent twee basissoorten: Ruby en Tawny.

Ruby port: Ruby is een relatief jonge port met een helderrode- tot paarsrode kleur en zoet van smaak. Hij mag uit diverse oogstjaren bestaan, meerdere druivensoorten bevatten en van verschillende wijngaarden komen. De wijn rijpt in betonnen of stalen vaten en mag na 3 jaar worden verkocht.

Tawny port: Een tawny port rijpt meerdere jaren op hout (minimaal 3,5 jaar, maar vaak 6 à 7 jaar) en is daardoor meer geoxideerd. Hierdoor krijgt de wijn een lichtere, oranjeachtige kleur (tawny) en een zachtere smaak dan een ruby port.

Naast deze basissoorten kom je ook de volgende soorten tegen:

Vintage port: Een vintage port wordt alleen in goede wijnjaren gemaakt. Hiervoor worden druiven uit één oogstjaar gebruikt, afkomstig van de beste wijngaarden. De port wordt al vroeg gebotteld en rijpt verder op de fles. Deze wijnen kunnen makkelijk tientallen jaren bewaard worden, maar zijn na openen slechts enkele dagen houdbaar. Hierdoor zul je deze wijn niet snel per glas in een restaurant kunnen bestellen. Porto is één van de weinige plekken waar dit soms wel kan, dus profiteer ervan: want Vintage port wordt beschouwd als de koning van de port.

Late Bottled Vintage: Soms ontwikkelt een wijn zich zo goed op vat dat hij het niveau van een vintage haalt. Omdat een wijn na 2 jaar fustrijping geen vintage meer mag worden genoemd, heet deze wijn Late Bottled Vintage (LBV). Een LBV mag tot maximaal 6 jaar fustrijping worden gebotteld.

Crusted port: Crusted port wordt ongefilterd gebotteld. Daardoor ontstaat een bezinksel in de fles, de zogenaamde crust.
Crusted port bestaat uit port van verschillende jaren, die gemiddeld 3 tot 4 jaar op fust hebben gerijpt. Door de crust is het – net als bij vintage port – belangrijk dat de wijn voor het drinken wordt gedecanteerd. Daardoor wordt de wijn ook wel `poor man´s vintage port` genoemd.

Aged tawny: Een oudere tawny heeft lange tijd op hout gerijpt. Hierdoor is de kleur veranderd van rood naar oranje-bruin. Op de fles staat de leeftijd van de port, 10, 20, 30 en 40 years old. Aangezien een tawny port uit meerdere jaren mag bestaan, is deze leeftijd een indicatie.

Colheita: Colheita is het Portugese woord voor “vintage”, een wijn uit één oogstjaar. Omdat de wijn langer dan 7 jaar houtrijping heeft gehad, mag hij niet vintage of late bottled vintage worden genoemd. Een Colheita is dus een oudere tawny, met dit verschil dat een tawny een assemblage van meerdere oogstjaren mag zijn en een Colheita uit wijn van één oogstjaar moet bestaan.

Quinta port: Quinta port is gemaakt van druiven van hetzelfde landgoed (quinta). Er vindt geen blending plaats met wijnen van een andere wijngaard. De term kan aan alle soorten port, die hieraan voldoen, worden toegevoegd.

Witte port

Minder bekend, maar zeker de moeite waard een keer te proberen is witte port. Koel geserveerd in een portglas met een schilletje citroen. Lekker overdag op het terras in de zon of als aperitief met een schaaltje gezouten amandelen of olijven. Er zijn 2 soorten witte port, een zoete en een droge Chip Dry port .

Witte port is ook in cocktails erg populair. Vooral als P&T (Port&Tonic) met ijs en een takje verse munt. Een andere variant is met ijs en ginger-ale, schijfje gember, citroen en een takje rozemarijn.

Rosé Port

De jongste telg van de portfamilie is de rosé. Het is een jonge, frisse wijn met natuurlijk nog wel het zoete portkarakter. Heerlijk voor op een warme dag, omdat je hem lekker koud kunt drinken.

Douro

Dat er in het Dourogebied heerlijke port wordt gemaakt is alom bekend, maar dat je van dezelfde druiven ook een heerlijk droge wijn kan maken weten minder mensen.
Door het succes van Port was er bij de producenten ook nooit echt behoefte om een goede droge wijnte maken. Ze zagen wijn meer als een bijproduct, dat vooral lokaal werd gedronken.

Tegenwoordig is dat wel anders. Er wordt nu zelfs meer droge wijn geproduceerd dan port en ook de kwaliteit is van een zeer goed niveau.

Dão

Dão is een wijngebied uit de regio Beiras ten zuidoosten van Porto. Het gebied staat vooral bekend om z’n heerlijke rode wijn, maar ook de witte wijnen zijn zeker de moeite waard. Dão is een van de oudste wijngebieden van Portugal. Het gebied bestaat uit golvende heuvels en diepe valleien. De meeste wijngaarden liggen op een hoogte van 400 a 500 meter. Het gebied wordt beschut door bergketens, waardoor de invloed van de Atlantische oceaan niet erg groot is. De winters zijn nat, maar de zomers juist lang, warm en droog. Kortom het ideale klimaat voor wijnbouw.

De Touriga Nacional is de belangrijkste druif voor de rode wijn. Hij geeft de wijn body en structuur, tannineen een smaak van geconcentreerd zwart fruit.
De belangrijkste druif bij de witte wijn is Encruzado. Deze druif zorgt voor droge, fruitige en aromatische wijnen.

Mateus rosé

Speciale aandacht voor het meest succesvolle exportproduct van Portugal! De wijn komt oorspronkelijk uit de buurt van Vila Real. Het Palácio de Mateus siert nog steeds de kenmerkende ronde fles. Tegenwoordig mogen de druiven uit heel Portugal komen en ook de wijn tref je op veel wijnkaarten in het hele land aan. Het is een frisse, licht bruisende rosé, die het erg goed doet op het terras met een borrelhapje.