Piazzale Michelangelo

Het meest spectaculaire uitzicht over de historische binnenstad van Florence heb je vanaf het Piazzale Michelangelo.Dit verklaart de grote aantrekkingskracht van het hoog gelegen plein in de heuvels van Florence op zo’n 10 minuten wandelen van de Arno. Vanaf dit plein heb je een mooi overzicht van alle beroemde gebouwen van de historische binnenstad. Vooral tegen zonsondergang is dit een populaire spot.
Op het plein uit 1869 ter ere van Michelangelo staat een bronzen replica van zijn beroemdste werk, de David, samen met de 4 beelden: het Morgenlicht, de Dag, de Avondschemering en de Nacht. Het op deze plek bedoelde museum met werken van Michelangelo is er nooit van gekomen.
Daal via de trappen af naar de Arno, loop langs de heerlijk geurende Giardino delle Rose en eindig voor een drankje op het stadsstrand tegenover de Porta San Niccolò.

Duomo

Vanaf de 13 eeuw begon de bloeiperiode van Florence en bij een machtige stad hoort een statige kathedraal (Duomo). De oude Santa Reparata uit begin 5e eeuw voldeed daar niet aan en werd vervangen door één van de grootste en meest indrukwekkende kathedralen in Europa, de Basilica di Santa Maria del Fiore.

De eerste steen werd gelegd in 1296. Het duurde tot 1436 voordat de kathedraal inclusief de karakteristieke koepel (met een diameter van 45,5 en een hoogte van 91 meter) af was en door de paus kon worden ingewijd. Ook een campanile mocht natuurlijk niet ontbreken. 414 treden brengen je naar de top van deze beltoren, met uitzicht over de hele stad. Met 85 meter is hij net iets lager dan de koepel. Het oorspronkelijke plan van ontwerper Giotto di Bondone voor een 122 meter hoge campanile met torenspits is nooit gerealiseerd.

Tegenover de Duomo staat het Baptisterium San Giovanni. Deze doopkapel uit de 11e eeuw is in de daarop volgende eeuwen tot een waar kunstwerk uitgegroeid. Vooral de bronzen portalen aan de oostzijde “de poort naar het paradijs” van Lorenzo Ghiberti is wereldberoemd.

Veel van de kunstschatten uit de Duomo, de campanile en het baptisterium zijn kopieën. De originelen zijn ondergebracht in het Museo dell’Opera del Duomo aan de oostkant van het Piazza del Duomo.

Piazza Santa Croce

Het plein werd in de middeleeuwen gecreëerd om de gelovigen die niet meer in de Basilica di Santa Croce pasten een plek te geven.

De basiliek zelf dankt haar naam aan een splinter van het heilige kruis dat in 1258 werd geschonken door de koning van Frankrijk. De Franciscaanse kerk is vrij sober ingericht in vergelijking met de neo Gotische marmeren  buitenkant. Binnen liggen de graftobes van vele bekende inwoners zoals Michelangelo, Galileo en Ghiberti. Vergeet ook niet de fresco’s van Giotto te bekijken.

De bekende dichter Dante – schrijver van La divina commedia en geboren en getogen in Florence – mocht door zijn verbanning niet in Florence begraven worden. Een standbeeld op het plein voor de kerk maakt dit enigszins goed.

Piazza della Signoria

Al vanaf de middeleeuwen is het Piazza della Signoria het politieke hart van Florence. Signoria staat voor het hoogste uitvoerende orgaan: de regering. Het bekendste gebouw aan het plein is het Palazzo Vecchio, in 1299 gebouwd als het nieuwe gemeentehuis van de stad onder de naam Palazzo della Signoria. Het Palazzo moest de machtige status van Florence uitstralen. Zijn huidige naam heeft het Palazzo gekregen toen het Cosimo I het verruilde voor Palazzo Pitti en zijn oude paleis Palazzo Vecchio (oude paleis) noemde.

Het Piazza della Signoria is ontstaan uit een machtsstrijd tussen de Pauselijke Staat en de Duitse keizers, in Noord Italië uitgevochten tussen de Welfen en de Ghibelijnen. In Florence werd deze strijd in 1266 uiteindelijk in het voordeel van de Welfen beslist met als gevolg dat huizen en bezittingen van o.a. de machtige Ghibelijnse Uberti familie met de grond gelijk werden gemaakt. Ook werd bepaald dat er niets op die grond gebouwd mocht worden. Dit is de reden voor de L-vorm van het plein en daardoor staat het Palazzo Vecchio min of meer in een hoek. Op het plein staan een aantal standbeelden waarvan de “David” van Michelangelo de bekendste is.

Aan de rechterkant van het Palazzo staat het Loggia dei Lanzi, een statige open zuilengalerij gebouwd tussen 1376 en 1382, met daarin een aantal indrukwekkende en enigszins gewelddadige standbeelden.

Galleria degli Uffizi

Het Uffizi is één van de beroemdste musea ter wereld. Het staat vooral bekend om haar indrukwekkende collectie uit de Italiaanse renaissance, waaronder werken van Botticelli, da Vinci en Michelangelo.

Het U-vormige gebouw is ontworpen door Giorgio Vasari en alleen al de lange, smalle binnenplaats – met de standbeelden van beroemde kunstenaars – die het Piazza della Signoria met de rivier de Arno verbindt, is een attractie op zich.

Oorspronkelijk was het gebouw bedoeld als kantoor voor het stadsbestuur tijdens de heerschappij van de de’ Medici familie, vandaar de naam Uffizi.

Mercato Centrale

De Mercato Centrale is de grote overdekte levensmiddelenmarkt van de stad en is een absolute aanrader voor de liefhebber van Italiaans eten. De markthal werd in 1874 gebouwd ter vervanging van de Mercato Vecchio, die op haar beurt weer plaats moest maken voor de aanleg van het Piazza della Repubblica.

Op de begane grond staan talloze verkopers hun verse producten aan de man te brengen. Alle ingrediënten voor de lekkerste Toscaanse gerechten zijn hier te koop. Vis, schaaldieren, brood, vlees, wild, groente, fruit, kaas, pasta, olijfolie, kruiden en natuurlijk ontbreekt ook de wijn niet! Gelukkig zijn er ook voldoende restaurants en foodstalletjes om al dit lekkers direct tot je te kunnen nemen.

De Mercato Centrale maakt onderdeel uit van de San Lorenzo markt, een grote openluchtmarkt waar veel kleding, leren producten en souvenirs voor toeristen worden verkocht.

Aan de oostkant van de stad, op het Piazza Lorenzo Ghiberti in de wijk Santa Croce, ligt de Mercato di Sant’Ambrogio. Deze markt wordt meer door de locals gebruikt en is wat minder toeristisch.

Mercato Nuovo

In tegenstelling tot de naam is de Mercato Nuovo de oudste nog bestaande markthal van de stad. De loggia uit het midden van de 16e eeuw kreeg haar naam omdat er op de plek waar nu het Piazza della Repubblica ligt, al een markt was. Deze nieuwe markt was een uitbreiding om de oude te ontlasten. Vooral luxe- en zijden producten werden er verkocht. Tegenwoordig worden er voornamelijk goedkope leren producten en souvenirs voor toeristen verkocht.

Belangrijkste trekpleister is de Fontana del Porcellino. De legende gaat, dat als je over de neus van het wilde zwijn wrijft en vervolgens een muntje in zijn bek stopt, je verzekerd bent van voorspoed en een terugkeer naar Florence. Voorwaarde is wel dat het muntje met de stroom water in het onderliggende rooster van de fontein verdwijnt. Het beeld is in 2008 vervangen door een kopie. Het originele beeld van rond 1633 van Pietro Tacca is te bewonderen in het Bardini museum.

Ponte Vecchio

De beroemdste brug van de stad stamt uit 1345 en is een vervanging van eerdere versies die door overstromingen in de loop der eeuwen zijn vernietigd. Om de ommuurde stad Florence ook tegen aanvallen vanaf het water te verdedigen had de brug kantelen en twee verdedigingstorens aan beide uiteinden. Om inkomsten te genereren werden winkeltjes met werkplaatsen op de brug gebouwd, die vooral door smeden, leerlooiers, vishandelaren en slagers werden gebruikt. In de loop der jaren werden de winkels fors uitgebreid in de hoogte en in de breedte (soms hangend boven de rivier) en verdwenen de kantelen.

Een grote verandering vond plaats in 1565 met de bouw van de Corridoio Vasariano, een circa 1 km lange speciale doorgang tussen het Palazzo Vecchio en het Pallazo Pitti. Deze werd aangelegd voor de heersende familie de’ Medici zodat zij zich op een veilige manier (en niet tussen het volk) tussen de twee paleizen konden bewegen. De Corridoio loopt van het Palazzo Vecchio, via het Uffizi, over de winkels van de Ponte Vecchio naar het Palazzo Pitti en is nog steeds in gebruik. Vanwege de troep en de stank werd toen ook bepaald, dat alleen nog maar goudsmeden en juwelierszaken zich op de brug mochten vestigen.

Oltrarno

Oltrarno, letterlijk over de Arno, is een wat rustiger en minder toeristisch gedeelte van de stad, omdat veel dagjesmensen niet verder komen dan de Ponte Vecchio. Traditioneel is dit het gebied waar gewerkt wordt. In de Via Santo Spirito en de Borgo San Jacopo vind je dan ook nog veel ateliers met handgemaakte leren producten, schoenen, houtsnijwerk en zo meer.

Op en rondom het Piazza Santo Spirito is het goed vertoeven. De fontein in het midden en de grote bomen eromheen geven het plein een ontspannen karakter in een oase van rust. De terrasjes rondom het plein zijn dan ook een populaire plek om af te spreken.

Speciale aandacht voor het pittoreske Piazza della Passera. Het pleintje is een populaire plek rond borreltijd en de vele restaurants zorgen voor een gezellige drukte tot in de late uurtjes

De Porta Romana uit 1326 is één van de oude toegangspoorten van de destijds ommuurde stad Florence. De 15 meter hoge poort wordt nog steeds gebruikt en is een belangrijke toegangsweg vanuit het zuiden van de stad. De grote, middelste boog heeft enorme houten deuren, waarmee de poort gesloten kan worden. Op het plein voor de poort vonden vroeger boerenjaarmarkten plaats (Fiera dei Conteratti). Speciaal aan deze jaarmarkt was dat één keer per jaar meer dan alleen boerenproducten werden verhandeld. Dan veranderde de markt in een huwelijksmarkt, waarbij mannen op zoek gingen naar een geschikte vrouw en waarbij vaak met behulp van een tussenpersoon over de bruidsschat werd onderhandeld.

In het midden van het plein het “Dietro-front” standbeeld. Het veelbesproken standbeeld van een vrouw, met op haar hoofd een vrouw, die in een andere richting loopt.

Palazzo Pitti

Het Renaissance-paleis werd in 1458 in opdracht van bankier Luca Pitti gebouwd om zijn macht en rijkdom te etaleren. Een eeuw later was de familie door financiële tegenslag gedwongen het paleis te verkopen aan de familie de’ Medici. Het werd flink vergroot en ook werd op de achterliggende heuvel begonnen met de aanleg van de typisch Italiaanse tuinen, de Giardino di Boboli.

Het paleis is ook na de de’ Medici-periode altijd een belangrijk machtscentrum gebleven. Zowel de Habsburgers als Napoleon namen hier hun intrek. In de korte periode dat Florence hoofdstad van het koninkrijk Italië was (1865-1871), was het paleis de residentie van Koning Victor Emanuel II. In 1919 werd het door de koninklijke Savoie-familie aan de staat geschonken en momenteel is het Palazzo in gebruik als museum.